Ik begon mijn reis van gepensioneerd advocaat naar herder tijdens de pandemie toen we allemaal opgesloten zaten. Ik besloot dat ik een lam wilde grootbrengen. Ik weet niet meer waarom. Dit mondde uit in het kopen van een stuk bos in Vermont, waarna ik een deel van mijn bossen omvormde tot weiland voor een kudde schapen en hun lama. Als (vrij kleine) vrouw zonder landbouwervaring sta ik dagelijks voor uitdagingen die me de adem benemen. Ik heb geleerd hoe ik een tractor moet gebruiken, een kettingzaag, een mestverspreider en waarom ik een hooilift nodig heb. Ik wil mijn ervaring met het leren van moeilijke nieuwe dingen en het verleggen van mijn grenzen delen.

Ik heb een kleine kudde Merinoschapen, een ras dat begin 1800 vanuit Spanje in Vermont werd geïntroduceerd.

In 1837, op het hoogtepunt van de "Merino mania" in Vermont, waren er zes schapen per mens vanwege de hoge prijzen die de fijne wol opbracht. De uitgestrekte weilanden die nodig waren om de Merino's te laten grazen, leidden tot het kappen van bossen, waardoor eind 1800 80% van Vermont ontbost was. De wolmarkt ging kapot voor de Vermonters.

Ik houd mijn schapen in de wei volgens een systeem van wisselbegrazing.

Dit betekent dat ik mijn weiland onderverdeel in kleinere paddocks en de schapen voortdurend van de ene paddock naar de andere verplaats. Dit verbetert de kwaliteit van de weide, is gezonder voor de schapen en is beter voor het milieu.